Toen Aurora Rodríguez Carballeira in 1933 haar achttienjarige dochter om het leven bracht, ging er een schokgolf door progressief Spanje. Ondanks haar prille leeftijd was de hoogbegaafde Hildegart Rodríguez al een vooraanstaande figuur in linkse kringen. Haar moeder, een fervent aanhangster van eugenese, had haar opgevoed tot een soort messias van de feministische en maatschappelijke revolutie. De moordenares, die aan paranoia en grootheidswaan bleek te lijden, kwam in de jaren 50 in een krankzinnigengesticht aan haar eind.
Het verhaal van Doña Aurora had alles om Almudena Grandes te bekoren. De schrijfster werkt al tien jaar aan een zesdelige reeks over de gevolgen van de Spaanse burgeroorlog en die serie loopt als een tierelier. Spanje heeft nooit afgerekend met de wonden die destijds zijn geslagen en dat onverwerkte verleden is een goudmijn voor een romancier.
Vorig jaar verscheen de Nederlandse vertaling van De patiënten van dokter G…Lees verder
Toen Aurora Rodríguez Carballeira in 1933 haar achttienjarige dochter om het leven bracht, ging er een schokgolf door progressief Spanje. Ondanks haar prille leeftijd was de hoogbegaafde Hildegart Rodríguez al een vooraanstaande figuur in linkse kringen. Haar moeder, een fervent aanhangster van eugenese, had haar opgevoed tot een soort messias van de feministische en maatschappelijke revolutie. De moordenares, die aan paranoia en grootheidswaan bleek te lijden, kwam in de jaren 50 in een krankzinnigengesticht aan haar eind.
Het verhaal van Doña Aurora had alles om Almudena Grandes te bekoren. De schrijfster werkt al tien jaar aan een zesdelige reeks over de gevolgen van de Spaanse burgeroorlog en die serie loopt als een tierelier. Spanje heeft nooit afgerekend met de wonden die destijds zijn geslagen en dat onverwerkte verleden is een goudmijn voor een romancier.
Vorig jaar verscheen de Nederlandse vertaling van De patiënten van dokter García, waarin Grandes de halve wereld afstroopte. In De moeder van Frankenstein is haar actieterrein nu gevoelig kleiner. Het hoofdpersonage pendelt heen en weer tussen het krankzinnigengesticht voor vrouwen in Ciempozuelos en het naburige Madrid, en doet in een reeks flashbacks Zwitserland aan, waar Germán Velázquez Martín na de Burgeroorlog zijn toevlucht heeft gezocht.
Na vijftien jaar in den vreemde is hij teruggekeerd naar zijn heimat, waar hem een baan is beloofd als psychiater. Hij zet er een revolutionair behandelprogramma op poten met het medicijn chloorpromazine, het eerste neurolepticum uit de geschiedenis, en wordt de behandelende arts van Doña Aurora. Het Spanje van de jaren 50 is Zwitserland niet, zo zal Germán tot zijn scha en schande ondervinden. De 'katholiekste van alle naties' heeft veel van een gigantisch gekkenhuis en de psychiatrische instelling lijkt wel een schaalmodel van de Spaanse samenleving, een pathologische miniatuur van een ziek land.
Spaanse Mengele
Grandes heeft zich afwisselend ingeleefd in de gedachtegang van Germán, het zielenleven van hulpverpleegster María Castejón en de paranoïde wanen van Doña Aurora. Die hield zich onder meer onledig met de fabricage van poppen met enorme geslachtsorganen die ze vervolgens tot leven probeerde te wekken, als een vrouwelijke Frankenstein. Haar denkbeelden over rasverbetering hadden een even groot aandeel in haar misdrijf als haar geestesziekte. Tegenwoordig wordt eugenese geassocieerd met nazi-Duitsland, maar in de jaren 30 had die leer evengoed aanhangers in linkse kringen. Een van de personages is de ideoloog van de Spaanse fascistische eugenese, Antonio Vallejo-Nájera. Uit zijn koker kwam de theorie van het zogenaamde 'rode gen', dat actief diende te worden uitgeroeid door de dragers ervan te fusilleren, hun pasgeboren kinderen te roven en ze onder te brengen in franquistische gezinnen. De Spaanse Mengele, zoals de man weleens wordt genoemd, was een van de boegbeelden van de nationaal-katholieke psychiatrie, net als zijn collega López Ibor, die homoseksuelen placht te behandelen met elektroshocks, lobotomie en andere ongein.
De roman is geschreven ter nagedachtenis van al die vrouwen die 'de vrijheid waarin hun moeders hadden geleefd, kwijtraakten en te laat waren voor de vrijheid waarin wij, hun dochters, hebben geleefd'. Hun betreurenswaardige positie wordt geïllustreerd aan de hand van de lotgevallen van de hulpverpleegster María Castejón, een meisje van lage komaf dat is voorbestemd voor een leven van slaven en sloven en door een gewetenloos rijkeluiszoontje wordt verleid - het klassieke verhaal. Haar geschiedenis wordt beschreven als 'een werktuig om een barst te slaan in de verstikkende urn van stilte waardoor de lucht die we allemaal inademden almaar ijler werd' en het klimaat in Spanje 'als een besneeuwde vulkaan ogenschijnlijk in toom gehouden door het ijs van een winter die het moet afleggen tegen de gloeiende lava die hem vanbinnen gaandeweg tot de rand toe vult'. De schrijfster staat nu eenmaal niet bekend om haar beheerste stijl of haar geslaagde metaforen, maar meeslepend vertellen kan ze als de beste.
Signatuur, 688 blz., 29,90 €. Oorspr.: 'La madre de Frankenstein'.
Verberg tekst