Ferdinand von Schirach put voor zijn verhalen uit zijn ervaring als strafpleiter. 'Er gebeuren verschrikkelijke dingen, maar een mens is nooit puur slechtheid.'
Filip Huysegems
Ferdinand von Schirach (1964) is strafpleiter in Berlijn en tegelijk een succesvol schrijver. Vorig najaar kon u op Canvas de tv-reeks zien naar zijn eerste boekMisdaden, met de memorabele episode over twee skins die aan een bushalte een keurige meneer lastigvallen. Aanvankelijk doet die niets, daarna is hij snel en dodelijk. De advocaat die hem verdedigt, beseft dat de man een huurmoordenaar is.
Dat soort verrassende wendingen typeert zowelMisdaden (2009) als de opvolgerSchuld (2010). Op een zakelijke, glasheldere toon vertelt Von Schirach over mensen die, om het zacht uit te drukken, in botsing komen met de strafwet, en over de morele kopzorgen van hun verdedigers.
Von Schirachs grootvader was de grote leider van de Hitlerjugend, Baldur von Schirach, maar daar kan hij niets aan doen. De thrillerDe zaak Collini (2012) is nochtans een uitstap naar het naziverleden; het is een literaire verwerking van Ferdinand von Schirachs ergernis over een wetgeving die oud-nazi's uit de wind zet.
Zijn jongste roman, en niet zijn gemakkelijkste, heetTaboe en gaat over kunst, waarheid, en rechtspraak. Het verhaal in één zin: een fotograaf, Sebastian, ensceneert een misdaad. Wil hij tonen dat kunst een waarheid kan uitdrukken die je niet met andere middelen gezegd krijgt?
Von Schirach: 'Absoluut, zo is het. Schrijft u die vraag maar op als mijn antwoord. Het startpunt was: waarom maakt iemand kunst? Het antwoord is: omdat die persoon zich niet thuis voelt in de wereld. Iemand die tevreden is met zijn bestaan, zal geen kunst creëren of een boek schrijven. Waarom zou je een fictieve wereld bedenken als alles in orde is? Kunst is een manier om met het bestaan in het reine te komen.'
Je kunt ook zeggen: kunst is een vlucht uit de wereld.
'Vanuit een romantische instelling kun je het zo bekijken, ja. Maar ik zie het anders, ik geloof dat alle kunst zich bezighoudt met het zoeken naar waarheid. Als dat niet zo is, dan is het geen kunst maar decoratie. Dat kan ook mooi zijn, natuurlijk, maar het is geen kunst.'
'We brengen zestig, zeventig, tachtig jaar door op deze aardbol, en in die tijd probeer je met het bestaan in het reine te komen. Ieder van ons doet dat op zijn manier. Een kunstenaar maakt kunst. Een ander verzamelt geld of streeft naar succes. Of zoekt het in de liefde.'
Zoals in uw vorige boeken stelt u scherp op het verschil tussen recht en moraal.
'Recht en moraal zijn aparte dingen, al staan ze niet los van elkaar. "Waar loopt de scheidslijn?" gaat u me nu vragen. Het is heel eenvoudig. Het recht is gebouwd op basisprincipes. Het belangrijkste daarvan luidt dat een mens waardigheid heeft. De moraal kijkt naar specifieke gevallen. Ik geef u een voorbeeld uit de roman. Iemand heeft een vrouw ontvoerd en opgesloten, zij dreigt te sterven in gevangenschap, ondertussen heeft de politie de dader gearresteerd. De moraal zegt: je mag hem martelen om een onschuldige te redden. Het recht zegt: martelen is nooit toegestaan, krachtens de waardigheid van elke mens.'
Als ik u goed begrijp, is er dus geen dilemma.
'Welnee, je dient je altijd naar het principe te richten. Dat is een hoge eis die gesteld wordt, maar godzijdank treedt de ondervrager niet op als individu, maar als vertegenwoordiger van de staat en het gerecht.'
'De waardigheid van de mens is een filosofische fictie. Mensen worden niet met rechten geboren zoals ze geboren worden met armen en benen. We doen alsof.'
''Als je dat idee loslaat, krijgt de barbarij vrij spel. Dat willen we niet, en daarom kennen we elke mens waarde toe. Dat is het mooiste wat de mensheid ooit bereikt heeft. Maar er is geen garantie dat het zo blijft. Over tien minuten kan het voorbij zijn.'
Vindt u dat de rechtsstaat in gevaar is?
'Voortdurend. Natuurlijk. Dat spreekt voor zich. De muur die ons behoedt voor chaos en oorlog is flinterdun, en we moeten alles doen opdat hij overeind blijft. De gedachte dat op 500 kilometer van Berlijn een nieuwe oorlog broeit, is toch ijzingwekkend?'
'Misschien is dat wel het wezen van de democratische rechtsstaat: dat hij voortdurend in gevaar verkeert. Het is immers, zoals u daarstraks zei, allemaal slechts een conventie. Dit alles bestaat slechts dankzij de wil van ons allen. En het kan zeer snel gaan, dat we iets anders willen. Ik maak mij enorm zorgen over de ruk naar rechts in Europa: Marine Le Pen in Frankrijk, in Duitsland heb je de NPD ( Nationaldemokratische Partei Deutschlands) en de AfD ( Alternative für Deutschland, red.)...'
Over politiek en rechtsstaat gesproken: u hebt Günter Schabowski verdedigd, lid van het Politburo van de gewezen DDR. Wat was de aanklacht?
'Men hield hem verantwoordelijk voor de doden bij de Berlijnse Muur. U weet wel, de mensen die neergeschoten werden omdat ze probeerden te ontsnappen. Fundamenteel werd hij ervan beschuldigd dat hij het DDR-systeem mee overeind heeft gehouden.'
Wat was uw verdediging?
'Stel, u spreekt af om op iemands kinderen te passen. U gaat met ze wandelen, en er valt er eentje in een vijver. U kunt niet zwemmen. Moet u dan toch in het water duiken? Nee dus, die onbezonnenheid verlangt het recht niet van u. Bij Schabowski was het net zo. Had hij in het Politburo moeten opstaan en zeggen: "Laten we de Muur neerhalen"? Dat zou waanzin geweest zijn, dan had de Sovjet-Unie ingegrepen enzovoort. Schabowski was de oppasser die niet onbezonnen in het water kon springen. Met het verdict hebben we geluk gehad. Schabowski werd veroordeeld tot drie jaar, en een tijd nadien heeft hij genade gekregen.'
Hebt u van al dat pleiten nu meer of minder begrip voor de mens gekregen?
'Meer, dat spreekt vanzelf. Ik was strafpleiter in zo'n achthonderd zaken, en in ongeveer honderd daarvan was er sprake van doodslag en erger. Als je dat allemaal ziet passeren, begrijp je beter en beter hoe dingen kunnen ontsporen door ongelukkige samenlopen.'
U had ook kunnen concluderen: de mens is onverbeterlijk.
'Neenee... nee... ( peinzend). Het komt voor, hoor. Zo had ik een cliënte die een onverbeterlijke dievegge was. Tien jaar aan een stuk, en maar stelen. Maar ach, op de juiste afstand bekeken is dat niet zo'n drama.'
Kent u de tv-reeks 'Dexter'? Die noopt ons tot medeleven met een seriemoordenaar.
'Een fijne serie,Dexter! Als kijker wordt ons sympathie met Dexter opgedrongen, inderdaad, maar in de echte wereld is dat niet aan de orde. De kwestie is niet of ik ja dan nee sympathie voel voor degene die een misdrijf heeft begaan. Een strafpleiter verdedigt nooit de daad, hij verdedigt de mens, ziet u?'
'Er gebeuren verschrikkelijke dingen, maar een mens is nooit puur slechtheid. Een mens is heel veel tegelijk. Hij kanDe toverberg schrijven,Figaro's bruiloft componeren, het zonnestelsel verkennen, knappe machines bouwen, maar ook een moord begaan. Dat alles samen is de mensheid. Er is niemand die uitsluitend ingoed of archislecht is. Alleen in de cinema.'
Berusten de zaken waarover u schrijft op ware feiten?
'Ik mag niet zomaar schrijven over wat er echt gebeurd is, dat laat mijn beroep als advocaat me niet toe. Dus verzin ik alles, maar ik ken natuurlijk de mensen die achter mijn personages schuilgaan. Ook hun rechtszaken geef ik in mijn verhalen een andere draai.'
'Op het einde van zijn leven heeft Thomas Mann gezegd: "Ik heb niet één woord geschreven dat niet strookte met de werkelijkheid." Dat is een frats van een uitspraak, want Mann schreef onder meer een roman over de Bijbelse Jozef in Egypte, allemaal verzonnen, natuurlijk. Als schrijver roer je nu eenmaal veel waargebeurde dingen door je fictie, en zo hoort het ook. Een lezer merkt snel als iets volledig uit de duim gezogen is. Zelf vind ik dat soort schrijverijen ook heel slaapverwekkend.'
Een taboe is dat waarover men niet spreekt. Waarom heet uw boek zo?
'Omdat er over verschillende dingen gezwegen wordt. Er is de familie, die zwijgt over de zelfmoord van de vader. Er is het zwijgen rond pornografie, dat Sebastian met zijn kunst doorbreekt. En er is een zwijgen, vind ik, dat we moeten doorbreken om de reddingsfoltering ter discussie te stellen.'
Filip Huysegems ■
Masquer le texte